Ontstaan van de aspirine - Duitslandinfoblog.nl
16018
post-template-default,single,single-post,postid-16018,single-format-standard,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-theme-ver-9.1,wpb-js-composer js-comp-ver-4.11.1,vc_responsive

Ontstaan van de aspirine

Ontstaan van de aspirine

27 mrt Ontstaan van de aspirine

Het is de normaalste zaak van de wereld om bij hoofdpijn, kiespijn of koorts een aspirientje in te namen. Een eeuw nadat het middel voor het eerst op de markt verscheen is de consumptie hoger dan ooit: wereldwijd ruim 58 miljard doses per jaar. Zestien procent van de Nederlanders gebruikt wekelijks pijnstillers. Tegenwoordig nemen we vaker paracetamol of ibuprofen maar het aspirientje is nog steeds volop aanwezig zowel in de medische wereld als in de volksmond. Benieuwd naar het ontstaan van de aspirine ben ik deze blog gaan schrijven.

Ontstaan van de aspirine

De historie van aspirine gaat meer dan 3500 jaar terug. Geschriften uit de vijftiende eeuw voor Christus maken melding van het kauwen op gedroogde mirte-bladeren (mirte is een soort heester) tegen rugpijn en reumatische pijn. Aspirine is een synthetisch product, afgeleid van het salicine dat in de bast van de zilverwilg en de moerasspirea voorkomt. De Romeinen pasten pasta’s van deze bast al toe om koorts en eksterogen te behandelen en Hippocrates van Kos (460-370 voor Christus) beschreef het effect. Wellicht hebben de Egyptenaren voorheen reeds de werking gekend. In natuurlijke extracten is de werking echter beperkt en slecht voor de maag en vanwege de bitterheid moeilijk in te nemen. In de middeleeuwen werd wilgenbast steeds minder gebruikt en zelfs verboden omdat de bomen nodig waren voor het vlechten van manden.

Ontwikkeling van de aspirine

IOntstaan van de aspirinen de achttiende eeuw schreef ook wetenschapper Reverend Edmund Stone over de pijnstillende werking van de wilgenbast. Na veel onderzoeken van wetenschappers kwam uiteindelijk in 1829 de apotheker Leroux erachter dat de werkzame stof in dit sap salicyl is. Deze naam is afgeleid van de Latijnse naam voor wilg: salix. Men weet nu dat deze stof ook in de larven op de mirte zat die de Egyptenaren gebruikten. De Italiaanse scheikundige Piria maakte negen jaar later voor het eerst salicylzuur door een stof toe te voegen aan het salicyl. Het medicijn werd in grote hoeveelheden toegediend om pijn en zwellingen tegen te gaan die bijvoorbeeld voorkwamen bij de ernstige ziekte artritis en om koorts te bestrijden bij bijvoorbeeld influenza. Weer twintig jaar later slaagde de Duitser Kolbe er in de stof chemisch te synthetiseren. Een andere Duitser, Charles Frederic Gerhardt, maakte in 1853 voor het eerst acetylsalicylzuur en legde daarmee de basis voor de aspirine. Maar Gerhardts product was nog steeds geen ideaal medicijn; het smaakte erg onaangenaam en was, vanwege de zuurheid, slecht voor de maag.

Ontdekker van de aspirine

Ontstaan van de aspirineEr zijn twee versies over de ontdekker van de aspirine. In de versie van Bayer is het de jonge onderzoeker Felix Hoffmann (1868-1946), die in het pas geopende laboratorium van Bayer naarstig naar een vervangingsmiddel voor salicylzuur zoekt. Zijn vader lijdt aan reuma en verdraagt het zure en onaangenaam smakende middel niet. Hoffmann zoekt naar een alternatief en door een aantal chemische reacties uit te voeren, geluk en deskundigheid, vond hij op 10 augustus 1897 de stof acetylsalicylzuur. Hij ontdekte dat deze stof niet alleen zwellingen en pijn verminderde, maar ook minder irritaties in de maag veroorzaakte. Heinrich Deser, de farmacoloog van Bayer, test de stof op zichzelf en in dierexperimenten. Op 6 maart 1899 wordt het middel officieel geregistreerd.

Versie twee

In de tweede versie wordt de ontdekking van de aspirine toegeschreven aan Arthur Eichengrün (1867-1949), eveneens een scheikundige in dienst van Bayer, die in 1949 claimde de echte ontdekker te zijn. Zijn naam komt in het verhaal dat de fabrikant verspreidt echter niet voor. Antisemitisme zou daar de oorzaak van kunnen zijn. Anti-Joodse gevoelens waren er in Duitsland al ver voor de Tweede Wereldoorlog. Mogelijk hebben die ergens in de honderdjarige geschiedenis van aspirine de naam Eichengrün onder het tapijt doen belanden. Een onderzoek in 1999 van Walter Sneader van de Universiteit van Glasgow bevestigde Eichengrün’s claims. Bayer ontkent echter nog altijd.

Aspirine tegenwoordig

De laatste jaren wordt het duidelijk, dat nog niet alle mogelijke toepassingen van aspirine worden benut. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de stof de kans op de ziekte van Alzheimer kan verlagen en de voortschrijding van de symptomen kan afremmen. Zo wordt het medicijn in lage doses voorgeschreven bij hart- en vaatziekten en om verstoppingen van bloedvaten te voorkomen. Ook in de behandeling van kanker speelt aspirine een rol. Het gaat tumorvorming tegen. Het blijft echter een schadelijk middel voor de maag, kan zelfs maagbloedingen veroorzaken en kan dus niet heel langdurig worden gebruikt. Voorlopig is de rol van het aspirientje dus nog niet uitgespeeld.

Geen reactie's

Geef een reactie